Gedragscode

Bewindvoering

Algemene bepalingen

Deze gedragscode is bindend voor alle bewindvoerders van MBC Bewindvoering, waaronder ook de ondersteunende medewerkers. In gevallen waarin de code niet voorziet vindt hierover bespreking plaats bij de directie. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

Verhouding tot de cliënt

De houding van de bewindvoerder tegenover zijn cliënt dient te zijn gebaseerd op eerbiediging van diens persoon en zijn levensbeschouwelijke overtuiging, alsmede op de erkenning van zijn verantwoordelijkheid voor eigen keuze van handelen. De bewindvoerder heeft de plicht zijn cliënt zo volledig mogelijk op de hoogte te stellen van zaken, inhoud en resultaat van de op hem betrekking hebbende bewindvoering en klachtrecht. Indien de bewindvoerder wordt opgeroepen als getuige zal hij zich van geval tot geval afvragen, of hij zich op grond van het voorgaande dient te beroepen op het in de Nederlandse Wetgeving neergelegde verschoningsrecht van getuigen. De bewindvoerder onderkent de macht die inherent is aan zijn positie en beseft dat hij zowel bewust (door het geven van directieven) als onbewust (als rolmodel) grote invloed uit kan oefenen op zijn cliënt en mogelijk ook op derden. Daarom is hij bedachtzaam in zijn handelen en voorzichtig met het doen van uitspraken. Hij informeert zijn cliënt en/of andere betrokkenen (bijvoorbeeld de betalende instantie) desgevraagd zonder terughoudendheid, welke opleiding, c.q. ervaring en kwalificaties hij heeft en welke methoden en stijl hij (voornamelijk) gebruikt bij bewindvoering. Hij heeft daartoe een curriculum vitae beschikbaar dat door hem actueel wordt gehouden. Het handelen van de bewindvoerder is conform de wettelijk omschreven uitvoeringstaken van de bewindvoerder.

Verhouding tot anderen

De bewindvoerder dient tot samenwerking met anderen bereid te zijn indien de vraagstelling dit noodzakelijk maakt en voor zover de beroepscode dit toelaat. Daarbij zal hij/zij tegenover hen die uit hoofde van een ander beroep bemoeienis hebben met de cliënt begrip tonen voor de inbreng der gegevens van deze beroepsbeoefenaren. De bewindvoerder dient bereid te zijn technische inzichten en ervaring als bewindvoerder ten diensten te stellen van collega’s en eveneens zijn eigen opvattingen daaraan te toetsen. De bewindvoerder houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen, staat open voor nieuwe inzichten en onderzoekt nieuwe methoden op gebied van bewindvoering, onder meer door lezen van (vak)literatuur, het volgen van bij- en nascholingen, het bezoeken van symposia, het deelnemen aan intervisiebijeenkomsten, en/of het gebruik maken van mogelijkheden van intercollegiale toetsing.